De ontwikkeling van kinderen volgen

Door Jan Heesakkers, directeur Montessorischool De Trinoom, Eindhoven.

Als directeur van een Montessorischool waarbij “leer het mij zelf te doen” centraal staat, breng ik de manier waarop we kinderen willen volgen regelmatig ter sprake. Hoe kunnen we kinderen, passend bij onze visie, volgen zonder de zwaarte van een (nieuw) administratief systeem en hoe delen we wat we waarnemen met de ouders? Ik zie veel overeenkomsten tussen het aansluiten bij de gevoelige periodes van kinderen uit het Montessori onderwijs en Natuurlijk Leren, het uitgangspunt van het leerdoelenverzamelalbum (LVA) dat ontwikkeld is door Sociocratische Leeromgeving LOS Deurne.

In april 2018 publiceerde NIVOZ het artikel ‘Alles wat je moet leren’ van Mariken Althuizen. In dit artikel beschreef Mariken waarom en hoe zij tot een visualisatie kwam waarin ‘alles wat je moet leren’ (ofwel: de kerndoelen van het primair onderwijs en de kerndoelen van de basisvorming voortgezet onderwijs) en het Natuurlijk Leren elkaar vinden. Ze eindigde haar artikel met een plan: “Wij [de leerlingen en begeleiders van Sociocratische Leeromgeving LOS Deurne] gaan de komende tijd de leerdoelen verder uitwerken in de vorm van een leerdoelen-stickerverzamelalbum.”
In het vervolgartikel ‘Een persoonlijk leerdoelenverzamelalbum’ dat NIVOZ eerder deze week publiceerde, wordt beschreven hoe LOS Deurne in het afgelopen jaar aan het leerdoelenverzamelalbum gewerkt heeft en wat het heeft opgeleverd.


Binnen het Montessori onderwijs gaan we uit van gevoelige periodes van leren. Vergelijk het met zwemles aan kinderen. Wanneer je start op 4-jarige leeftijd ben je vaak lang bezig met het aanleren van bepaalde zwemtechnieken omdat de hersenen nog onvoldoende gerijpt zijn. Wanneer je leert zwemmen rond de leeftijd van 6½ jaar, kunnen kinderen binnen een half jaar een diploma behalen omdat de hersenen al meer gerijpt zijn en ook hun spierkracht zich al meer heeft kunnen ontwikkelen.

Ik merk op mijn school dat leerkrachten die zich thuis voelen bij de visie die Montessori op kinderen had, de kinderen in hun groep meer ruimte willen bieden. Tegelijkertijd willen ze voorkomen dat kinderen belangrijke leerstof missen. Ik zie in de manier waarop het LVA is opgezet de mogelijkheid om kinderen meer ruimte te geven om na te denken over hun eigen ontwikkeling. Mogelijk durven we door het overzicht dat het LVA biedt de leerstof-jaarkaders meer los te laten en kunnen we daardoor beter aansluiten bij de gevoelige periodes van de kinderen. Doordat het LVA een doorgaande lijn laat zien, is het eenvoudig om aan te sluiten bij hetgeen geleerd is. Dit geeft ruimte voor de leerkracht en de leerling.

Het LVA is ontwikkeld door een niet-reguliere school met Natuurlijk Leren als uitgangspunt. Is het LVA dan ook voor een gewone basisschool inspectieproof?

In het boekje “Ruimte in regels” van de onderwijsinspectie wordt het volgende beschreven:

3.2. Zicht op ontwikkeling van de leerling
Als school moet u de ontwikkeling van de leerlingen systematisch volgen. Zo kunt u het onderwijs afstemmen op de leerlingen en kunnen leerlingen een ononderbroken ontwikkeling doorlopen. Maar hóe u als school zicht houdt op de ontwikkeling is vrij, zolang het onderwijs goed op de ontwikkeling van elke leerling aansluit.


Het LVA is dus zeker ook voor mijn school interessant; het biedt de mogelijkheid om verschillende perspectieven en belangen te combineren. Als directeur ben ik continu bezig om nieuwe ontwikkelingen vanuit ieders perspectief (kind, leerkracht, ouders) te bezien.

Perspectief van de leerling

Met behulp van het LVA:

  • krijgt het kind inzicht in de leerdoelen op alle ontwikkelingsgebieden in een werkperiode, leerjaar, (stam)groep of bouw;
  • ontdekt het kind wat er van hem of haar verwacht wordt gedurende de basisschoolperiode en daarna;
  • brengt het kind zijn eigen ontwikkeling in beeld. Het kind laat zien hoe het tot het geleerde is gekomen, welke vaardigheden het beheerst en welke inzichten het begrijpt;
  • kan het kind steeds beter leren reflecteren op de eigen attitude (houding). Hoe leer ik?;
  • wordt het kind meer en meer eigenaar van zijn eigen ontwikkeling;
  • wordt het kind alleen met zichzelf vergeleken (geen goed, geen fout, alleen zijn eigen proces).

Het LVA geeft inzicht in het zelfbeeld van het kind en geeft antwoord op vragen als:

  • wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik? Wat voel ik?
  • hoe ga ik om met mijn omgeving?
  • hoe ontwikkel ik kennis en vaardigheden?
  • welke houding heb ik?
  • wat vind ik belangrijk?


De leerkracht heeft met het LVA een tool in de hand om samen met het kind af te stemmen wat er binnen het curriculum geleerd kan worden.

Perspectief van de leerkracht

Van een leerkracht wordt tegenwoordig veel verwacht. De leerkracht is tenslotte de professional en regisseur van het onderwijsaanbod. Ik zie het LVA als een houvast en richtlijn om compleet te zijn in het aanbod. Wil je het album gebruiken als een afvinklijst? Dan kan dat. Wil je het inzetten om eigenaarschap over het leerproces bij kinderen te vergoten? Dan kan dat ook.

Tevens kan het LVA gebruikt worden als verslaglegging en onderlegger bij gesprekken met ouders. Hierdoor is er in één oogopslag duidelijk wat de leerling geleerd heeft en welk proces het kind doorlopen heeft.

Toetsen is niet meer noodzakelijk als je de ontwikkeling op deze manier volgt. Het LVA is afgestemd op het kind zelf.

Door vaste stickermomenten in te plannen (een keer in de week of per twee weken of per maand of …) creëer je momenten waarin met en door de leerlingen gepraat kan worden over leerprocessen. Leerkrachten hebben hierdoor de mogelijkheid om de focus volledig te leggen bij het proces van ieder kind. De reis is belangrijker dan het bereiken van het uiteindelijke doel.

Het LVA biedt ook mogelijkheden voor werkdrukverlichting. Ik zou het LVA graag inzetten als portfolio, leerlingvolgsysteem en verslag. Je hebt met het LVA een prachtig document waarmee je samen met het kind zijn ontwikkeling in kaart kunt brengen.  Het LVA is een mooi uitgangspunt om samen met het kind en zijn ouders in gesprek te gaan. De leerkracht hoeft zo geen uitgebreide verslaglegging te doen. Deze tijd kan mogelijk gebruikt worden om wat langer met de ouders en het kind in gesprek te zijn.

Perspectief van de ouder

De ouder krijgt dankzij het LVA mede zicht op de doelen die eigen gemaakt moeten worden en kan het leerproces van zijn kind op de voet volgen. De kerndoelen van het onderwijs zijn immers vertaald naar heldere behapbare doelen en de ouders kunnen volgen hoe dit verloopt. Ouders worden volgens de principes van ouder-betrokkenheid 3.0 betrokken bij de ontwikkeling van hun kind [CPS, Peter de Vries]. Ouders worden hierbij gezien als gelijkwaardige gesprekspartners bij de opvoeding van hun kind.

Als directeur en onderwijsinnovator ben ik enorm enthousiast over deze tool en sta ik te popelen om samen met mijn team hiermee aan de slag te gaan.

 

 

 

 

Nieuwsgierig geworden naar Jan? Lees dan bladzijde 25 en 26 van het Mag2ezien (schoolgids 2.0) van de Trinoom.